Haar witte ochtendjas
Kleurt met het rode glas
Mantel en aktetas
Gloeien met zijn wangen op
Hij drinkt haar vrouw zijn in
Verdrukt de aarzeling
Het bloed stroomt naar zijn kop
Hij leeft
Ze schuift de stof opzij
Begint de dweperij
Laat terloops haar benen vrij
Neem hem in zich op
Hij noemt zijn wens, zijn eis
Zij geeft haar ziel, haar prijs
Hij toont haar het bewijs
En ze geeft
Ze geeft
Het kraken van het bed
De borden neergezet
Hij waardeert het bouqet
schenkt de glazen vol
Terine met zalm en krab
Gevulde runderlap
Spaanse rozenwater pap
Met sorbet a l’orange
Ze scheurt het pakpapier
Het doosje op een kier
En geeft hem het plezier
Weer even man te zijn
Ze geeft
Ze geeft hem terug waarvan hij weet
Dat zij het nooit genomen heeft
En het hem nooit echt geven kan
Ze liegt
Maar wat liegt ze mooi, en zonder schroom
Ze vult de scherven van zijn droom
Maar het glijdt weg