De bar is gevuld en de glazen gevulder
De Barman schenkt gul van het schuimende goud
We zijn nog alleen, maar nu zijn we het samen
De kachel is warm en de glazen zijn koud
Straks keren we terug naar de straten
Straks pakken we ons leven weer op
Maar de kelder ligt nog vol met vaten
Dus voorlopig hoeft niemand naar huis

Refrein
En hee hoo, de vaten zijn open, het
Schuim aan de mond bij het licht van de maan en
Hee hoo, de vaten zijn open
Vannacht gaan we drinken, tot niemand meer kan staan

Door het bier zijn we heen, maar geen reden tot wanhoop
De flessen gaan open, de glazen gaan rond
Vanavond denk niemand aan de chaos hier buiten
Het leven is mooi met een fles aan je mond
’t Is een wonder dat ik nog overeind sta
Het bed roept, maar de plicht vloeit nog hier
Want er zijn nog flessen, met whiskey en wodka
Dus voorlopig gaat niemand naar huis

Refrein